2.22 Oxides en hydroxides

Eigenlijk zou dit ‘Oxides en hydroxides restant’ moeten heten. Want er zijn er al heel wat langsgekomen. Allereerst natuurlijk de kwartsen, die door Mindat.org onder de oxides geschaard worden. Obsidiaan en opaal zijn ook siliciumoxides, zij het amorfe.

In 2.6 kwamen we de korund-variëteiten robijn en saffier tegen (beide Al2O3) en spinel (MgAl2O4), diaspoor (AlO(OH)) en chrysoberil (BeAl2O4). Tenslotte ook nog het zeldzame taaffeiet (Mg3Al8BeO16).

Tussendoor zijn  nog rutiel (TiO2), coronadiet (Pb(Mn4+6Mn3+2)O16), pyrolusiet (Mn4+O2) en manganiet (Mn3+O(OH)) de revue gepasseerd.

Er blijft echter nog genoeg over. Laten we eens beginnen met de ijzeroxides. In 1.10 is hiervan  al een variant van aan bod gekomen: limoniet, de amorfe vorm.

Afb. 2: Botryoïdale hematiet.

IJzeroxides

Hematiet (Fe3+2O3), magnetiet (Fe2+Fe3+2O4), goethiet (α-Fe3+O(OH)) zijn gekristalliseerde vormen.

Hematiet is al in de 3e eeuw BC door Theophrastus genoemd naar het Griekse haíma, dat ‘bloed’ betekent (zie ook hemoglobine, hemofilie), vanwege de vaak rode kleur. In de hier getoonde exemplaren gaat het hoogstens om wat rode plekjes.

Een bijzondere vorm van hematiet is het glimmend zwarte speculariet (specula is Grieks voor ‘spiegel’.

Afb. 1: Ruwe hematiet uit Italië.

Afb. 3: Bolletjes van hematiet.


Afb. 4: Zwarte speculariet op matrix.

Zoals je wellicht reeds vermoedde is goethiet inderdaad genoemd naar Johann Wolfgang von Goethe, een homo universalis, die niet alleen schrijver, wetenschapper, filosoof en staatsman was, maar daarnaast ook nog eens mineralen verzamelde. Een deel van die verzameling zou zich bij de Goethe Society in New York bevinden. (Bron: Wikipedia)

Afb. 6: Hier vormt de Goethiet een soort regenboogje. Afkomstig uit Spanje.

Afb. 7: Goethiet uit Spanje. Op deze foto zie je vooral het rood, de andere kleuren zijn min of meer weggevallen.

 

Afb. 5 (links): Zo’n grote en mooi iriserende goethiet zie je niet vaak. Hij weegt bijna een pond en is afkomstig uit Spanje.


Afb. 8: Magnetiet, rechts op matrix.

 

Magnetiet is magnetisch en is, net als het verschijnsel, genoemd naar de streek Magnesia in Griekenland, de 1e vindplaats van het mineraal. Ook het metaal magnesium is naar deze streek genoemd. (Bron: Wikipedia)

Mangaanoxides

Het aantal mangaanoxides in ons bezit is bijzonder hoog. Geen idee hoe dat zo gekomen is. Ze zullen wel een bepaalde aantrekkingskracht hebben.

Afb. 11: Deze mini-geodes zouden een mengsel zijn van manganiet en pyrolusiet. Ik ben er echter nog niet achter of de buitenkant manganiet is en de binnenkant pyrolusiet of precies omgekeerd.

Ramsdelliet (Mn4+O2) is een dimorf van Pyrolusiet. En Groutiet en Feitknechtiet zijn polymorfen van Manganiet.

Afb. 9: Ramsdelliet uit de VS.

Afb. 10: Zwarte hausmanniet (Mn2+Mn3+2O4) met iets oranje-roods (rhodochrosiet?) uit Zuid-Afrika.

Afb. 12: Botryoïdale hollandiet (Ba(Mn4+6Mn3+2)O16) uit Marokko.


Afb. 13: Zwarte ranciéiet ((Ca,Mn2+)0.2(Mn4+,Mn3+)O2·0.6H2O) op matrix uit Rusland.

Overige oxides

Op het moment van schrijven werd de cluster hiernaast geveild. Periklaas (MgO) is, net als een aantal andere simpele oxides, lastig te verkrijgen. En dit is een mooi, relatief groot exemplaar.

Inmiddels is de veiling afgelopen en bleek ik het hoogste bod te hebben. Jippie!

Afb. 17: Periklaas-kristallen op matrix uit Oostenrijk.

Afb 14: Grijszwarte romanèchiet ((Ba,H2O)2(Mn4+,Mn3+)5O10) uit Spanje.

Afb. 15: Zwarte chalcofaniet (ZnMn4+3O7·3H2O) op matrix uit Italië.

Afb. 16: Zinkiet.

 

Zinkiet (ZnO) is een van mijn favoriete oxides. Komt dat door de kleur of zou het misschien toch te maken kunnen hebben met het volgende: ‘Voor mannen verhoogt (zinkiet) de potentie en is het weldadig voor de prostaatklier’. :-)))      (Bron: www.lichtpuntjekristallen.nl)


Over naar de titaniumoxides, te beginnen met rutiel.

Afb. 18: Zwarte hematiet met oranje-bruine rutiel-naalden uit Brazilië.

Afb. 19: Bol van bruine cupriet met wat azuriet en malachiet uit Peru.

Rutiel (TiO2) heeft diverse polymorfen, waar brookiet er één van is.

Afb. 20: Klein, maar fijn: brookiet met kwartskristallen uit Pakistan. 

Afb. 21: Bruin-gele oxyplumboroméiet (Pb2Sb2O7) op matrix uit de VS.

 

Straczekiet (rechts) wordt niet gerekend tot de vanadaten, die valentie 6+ hebben, maar tot de oxides (zie ook 2.10),

Afb. 22: Perovskiet (CaTiO3) op matrix uit Rusland.

Afb. 23: Zwart-glinsterende straczekiet ((Ca,K,Ba)(V5+,V4+)8O20·3H2O) op matrix uit de VS.


Aan een aantal mineralen, bestaande juist uit simpele oxides, is niet zo gemakkelijk te komen.  Eén bepaalde loodoxide is bij elke bouwmarkt te verkrijgen als corrosie-werend middel: loodmenie (Pb3O4). Het mineraal met dezelfde chemische formule (minium) is echter behoorlijk zeldzaam. Dat geldt ook voor de andere  loodoxide-mineralen: litharge (PbO), massicot (ook PbO) en plattneriet (PbO2).

Afb. 24: Klein stukje minium uit de VS.

Nog lastiger is het om aan wüstiet (FeO), manganosiet (MnO) of bunseniet (NiO) te komen. Die hebben we daarom ook niet.

 

Hydroxides

Tenslotte nog enkele fraai gekleurde hydroxides, hopelijk natuurlijk en niet geverfd. Zo is er tegenwoordig veel gele bruciet (Mg(OH)2) te koop, terwijl Mindat.org van dit mineraal alleen maar foto’s toont met heldere stenen, die slechts heel licht getint zijn.

Afb. 25: Citroengele bruciet uit Pakistan.

Onderstaande gibbsiet, waarvan de kleur wel overeenkomt met een foto op Mindat.org, kon ik voor $3 kopen op een eBay-veiling, naar schatting zo’n 1/10e van de gangbare prijs. 

De verzending was gratis, dus voor die $3 moest de arme verkoper het steentje ook nog eens vanuit China naar Nederland sturen. Ik heb hem daarna niet meer gezien op eBay.

Afb. 26: Prachtige groen-blauwe gibbsiet (Al(OH)3)) op matrix uit China.